Grains de malt Neem een gerstkorrel (hordeum disticum), gerijpt in de ondergaande zon op een zomeravond. Overtuig hem (met een beetje verbeelding) dat het tijd is om zijn plicht te vervullen, te kiemen en te zorgen voor een nieuwe generatie gerstgrassen. Op dat moment moet de gerst kracht uit zichzelf putten.
Daarvoor beschikt hij over een energievoorraad, zijn zetmeelvoorraden (vertakte keten van amylose en amylopectine). Dat alles zit goed verscholen onder zijn jasje (cellulosemembraan), voorzien om de winter door te komen.

Grains de malt

Om te kiemen heeft gerst een bron van energie, snelle suikers, nodig. Eerst maakt gerst enzymen aan, de zogenaamde “peptidasen”, “bètaglucanasen” en “alfa-amylasen”, die de zetmeelvoorraden in stukjes snijdt. Dankzij die enzymen kan gerst het membraan afbreken en zijn zetmeelvoorraden in nog kortere suikers versnijden, een bron van energie om te groeien.

Maar er is een ander lot voor de hordeum weggelegd! Ook al beseft de korrel het zelf niet, wij verhinderen het verdere groeiproces door de korrel te drogen. De maltkorrel is geboren.